Het realiseren van differentiëren en inclusie met tablets
Technische ontwerpprincipes
1. Ontwerpprincipes m.b.t. veiligheid
1.1. Het gebruik van mobiele apps voor differentiatie moet overeenstemmen met het wettelijk kader, het schoolbeleid en richtlijnen met als doel de gezondheid en het welbevinden van leraar en leerlingen te verzekeren.
1.2. Leerlingen (en leraren) moeten voldoende mediawijs zijn en scholen zouden daarom in lessen of vorming voor mediawijsheid moeten voorzien.
1.3. Overweeg om ouders toestemming te vragen voor internettoegang en het gebruik van online profielen, in het bijzonder in het basisonderwijs.
1.4. Het deelnemen aan een leerproces waarin de tablet gebruikt wordt moet voldoende veilig zijn voor de student.
1.5. Als het gebruik van een individuele tablet of ander mobiel toestel is toegestaan, zorg dat leerlingen ook weten hoe andere toestellen dan het eigen toestel functioneren (zeker ook bij groepsopdrachten of peer learning).
1.6. In een school die zelf tablets heeft, moet er een duidelijk beleid zijn op vlak van privacy, beveiliging, opslag en verwijderen van gebruikersgegevens.
2. Ontwerpprincipes m.b.t. veelzijdigheid
2.1. We adviseren om een multi-platformbenadering toe te passen en apps te gebruiken die platformonafhankelijk functioneren.
3. Ontwerpprincipes m.b.t. apps
3.1. De keuze van de juiste app moet vooral beïnvloed zijn door de differentiatienoden van de leerlingen en minder door de persoonlijke voorkeur van de leraar.
3.2. Met name apps die inzicht geven in gebruikersvoortgang zijn interessant om te gebruiken in het perspectief van differentiatie en inclusie.
3.3. Apps die op alle types van mobiele toestellen en operating systems werken moeten de voorkeur krijgen.
3.4. Apps die de leraar ook via een desktopcomputer of laptop kan benaderen bieden een aanzienlijk voordeel voor de leraar.
3.5. Apps moeten hedendaags zijn: ze moeten toegankelijk zijn met de laatste versie van een operating system. Als een app verouderd geraakt moet de leraar overwegen om te veranderen. Een flexibele attitude ten aanzien van de keuze van de app is nodig.
3.6. Het is een interessante strategie om eerst gratis apps of de gratis versie van een app te gebruiken. Als gratis apps niet voldoen aan de nood, schakel je over naar een betalende app. Wees wel bewust van ‘verborgen’ betalingen en reclame in gratis apps. Wees er ook van bewust dat gratis apps plotseling kunnen verdwijnen.
3.7. Less is more: het is niet nodig om véél apps te hebben om de tablet goed te gebruiken in het onderwijs. Maak een goede keuze omdat leraren en leerlingen anders verward kunnen geraken door teveel keuzemogelijkheden.
4. Ontwerpprincipes m.b.t. samenhang
4.1. Leraren stemmen hun didactische en technologische keuzes best af met collega-leraren van de school.
4.2. Het is aan te raden dat een kernteam van leraren zich buigt over de gemeenschappelijke didactische noden en dat ze in functie daarvan een selectie van apps maken (app suite). De apps kunnen ook ‘in lijn’ worden geplaatst in functie van alignering tussen graden en vakken.
4.3. Het evenwicht tussen ‘strikte richtlijnen’ en ‘volledige vrijheid voor de leraar’ moet bewaakt worden in de keuze van de apps.
4.4. Het is aan te raden om een educatief technoloog te hebben in een tabletschool.
4.5. Een tablet met volledig opgeladen batterij in de ochtend is nodig voor kwalitatief onderwijskundig tabletgebruik. De school moet hierover duidelijke afspraken maken. In een school met eigen tablets van de leerlingen (BYOD), moet dit thuis of in een locker gebeuren. In school met school tablets, is er een verantwoordelijke nodig die de tablets oplaadt en beheert. Klaslokalen waarin tablets gebruikt worden, moeten voldoende oplaadpunten hebben.
5. Ontwerpprincipes m.b.t. infrastructuur
5.1. Het gebruik van mobiele toestellen voor differentiatie en inclusie kan enkel slagen indien de technische infrastructuur dit toelaat. De infrastructuur moet betrouwbaar en stabiel zijn, ook bij intensief gebruik. Snelle projectiemogelijkheden vanuit ieder device of ‘mirroring’ zijn sterk aan te raden. Zo kan de leraar ieders leeractiviteit snel visualiseren of volgen.
5.2. Een consistent Wi-Fi-netwerk met hoge bandbreedte is een absolute must-have.
6. Ontwerpprincipes m.b.t. schaalgrootte
6.1. Economy of scale: De keuze van de apps, de toestellen en de infrastructuur reflecteert de micro-economische toestand van de school. Kosten moeten steeds afgewogen worden ten opzichte van de beoogde uitkomsten in het leerproces.
7. Ontwerpprincipes m.b.t. beperkingen
7.1. Leerlingen en leraren moeten zich bewust zijn van mobiele toestellen op vlak van schermgrootte, opslagcapaciteit voor nieuwe apps, leermaterialen en producten (afbeeldingen, video’s). Ze moeten ook de beperkingen van de infrastructuur kennen: bandbreedte, beschikbaarheid van Wi-Fi, etc.
7.2. Opgepast met apps met een private toegangscode. In het basisonderwijs kan dit moeilijkheden opleveren. Het is handiger om te werken met hyperlinks of QR-codes die direct toegang verlenen.
7.3. Maak duidelijke afspraken over wat leerlingen mogen en niet mogen doen met de tablet tijdens de les, maar ook tussen lessen door. Communiceer deze regels ook duidelijk.