De leraar stuurt, niet het systeem
Nadat ze ongeveer 4 jaar met Snappet gewerkt hebben, zijn de leraren van Jenaplanschool De Keg in Venray (Nederland) in toenemende mate bezig met een her-evaluatie van het gebruik ervan. Snappet werkt goed, maar is minder kindgeoriënteerd dan de school zou willen, het is minder goed in staat om zich te richten op het exacte individuele niveau van leerlingen, leeractiviteiten die niet digitaal plaatsvinden worden niet ondersteund door het systeem. De school biedt de nodige offline leeractiviteiten aan als aanvulling op de online leeractiviteiten, die nu niet kunnen worden verwerkt door Snappet.
De Keg is een Jenaplanschool die gebaseerd is op het onderwijsconcept dat bedacht is door de Duitse pedagoog Peter Petersen. De school hanteert de 20 Jenaplan basisprincipes (zie ook: https://www.dekeg.nl/page/89953).Het eerste principe daarbij is “elk mens/elk kind is uniek”.
De school heeft als doel zich te richten op gedeelde ontdekking, daarbij richten ze zich niet op leeftijdsgroepen maar op de ontwikkeling van het kind. Daarbij is het doel om zo veel als mogelijk vraaggestuurd te werk te gaan.
De Keg deelt kinderen in naar stamgroepen die van nature gemengd zijn. Voor rekenen heeft een leraar meestal kinderen uit een specifieke groep, maar waar nodig nemen kinderen van andere groepen voor specifieke onderwerpen deel aan de les. Het is een flexibele werkwijze omdat het de school in staat stelt om kinderen naar behoefte en op niveau te ondersteunen. Het zorgt er echter ook voor dat de schoolorganisatie complex is.
Dit goede voorbeeld richt zich op het gebruik van Snappet (https://nl.snappet.org/), een adaptief leerplatform dat in dit geval gebruikt wordt voor rekenen en spelling. De Keg maakt op schoolniveau gebruik van Snappet en stemt het gebruik ervan ook op dat niveau af.
De school maakt geen gebruik van Snappet om boeken te vervangen, maar als een hulpmiddel om leerlingen, na de uitleg door de leraar, te voorzien van aanvullende oefeningen op het gewenste niveau. Leerlingen kunnen gebruik maken van Snappet om verschillende onderwerpen te oefenen. De leraar heeft daarbij de beschikking over een real-time dashboard met data over de voortgang van de leerling (learning analytics).
Bij rekenen en spelling gebruikt de leraar het Snappet dashboard om snel een beeld te krijgen van de voortgang van elke leerling. Op basis van de verstrekte learning analytics kan de leraar er voor kiezen om de betreffende leerling extra leermaterialen beschikbaar te stellen.
Het systeem levert slechts beperkte feedback aan de leerling (juist/onjuist, de mogelijkheid om een score toe te voegen is onlangs ingevoerd). Dat betekent dat de leraar nodig is om de feedback voor de leerling te vertalen naar betekenisvolle feedback. Omdat Snappet geïntegreerd is met de leerdoelen kan de leraar deze ook gebruiken om de leerling formatieve feedback te verstrekken.
Een gevaar van het gebruik van het dashboard is dat het te leidend kan worden voor de leraar. Het is een gevaar waar een leraar altijd op bedacht zal moeten zijn. Uiteindelijk moet de leraar leidend zijn en niet het systeem.
Een beperking van Snappet is het gegeven dat het alleen richt op het gebruik van het beeldscherm bij het oefenen. Er is geen mogelijkheid om verschillende hands-on activiteiten te combineren met online activiteiten. Als leerlingen met een tablet werken en leren, dan leren ze anders. En hoewel de resultaten van het gebruik van Snappet voor rekenen positief zijn, is dat niet het geval voor rekenen. Blijkbaar worden de hersenen van de leerlingen bij het lezen van een tablet anders getraind dan bij het lezen van papier.
De leerlingen krijgen twee keer per jaar een rapport. De schol maakt daarbij geen gebruik van cijfers 0 – 10 maar rapporteert op basis van kennisgebieden. Daarbij ontvangen leerlingen een beoordeling op de schaal Onvoldoende, Matig, Voldoende, Ruim Voldoende, Goed. Dat gebeurt zowel voor de vakken waar Snappet voor gebruikt wordt als voor de andere vakken. De feedback en informatie zoals die door Snappet aangeleverd wordt, wordt gebruikt om het rapport in te vullen. Het algemene beeld dat de leraar van de leerling heeft is echter nog belangrijker.
De Keg onderzoekt de mogelijkheid om te werken met adaptieve toetsen. Toetsen gebeurt nu nog leeftijdsgebonden, maar dat wordt niet altijd als eerlijk gezien ten opzichte van de leerling. Soms hebben ze bepaalde doelen simpelweg nog niet behaald. Ook onderzoeken ze de mogelijkheid om leerlingen van betere feedback te voorzien, om meer gepersonaliseerd te werk op het gebied van leerpaden en leerstrategieën en om meer inzicht te geven in het behalen van leerdoelen.