Overslaan en naar de inhoud gaan

Zicht krijgen op alle leerlingen via een interactieve klasfoto

gp17

Proactief inspelen op verschillen tussen leerlingen vereist dat de leerkracht niet alleen een goed beeld heeft van de capaciteiten en prestaties van leerlingen (de leerstatus), maar ook van de interesses en het leerprofiel. Deze good practice faciliteert het verkrijgen van zicht op de diversiteit in een klasgroep. (pro – active, structured, learner oriëntated classroom differentiation)

Met de tablet trekt de leerkracht een foto van de klas. Via de app Thinglink, een app om afbeeldingen en video’s te annoteren, wordt de foto interactief gemaakt. Op elke leerling wordt een pointer geplaatst. Die pointer geeft toegang tot meer informatie over de leerling, bijvoorbeeld op een persoonlijke muur in Padlet. De leerling wordt actief betrokken bij het aanvullen van de informatie. Zo kan de leerling zijn of haar muur systematisch aanvullen met informatie over zichzelf, opdrachten, logboeken, reflecties en dergelijke meer.

 

Hieronder zie je bijvoorbeeld een klasfoto waarin elke pointer op een leerling leidt naar een persoonlijke Padletmuur. Op die muur verzamelen leerlingen informatie over hun leesprofiel en - interesse: lezen ze graag of net helemaal niet? Welke argumenten hebben ze om niet te lezen? Welke onderwerpen interesseren hun? … Via de informatie op de Padlets gaan de leerkracht en medeleerlingen met hen op zoek naar een boek dat bij hun leesprofiel past. Op die manier probeert de leerkracht leesplezier voor iedereen te stimuleren. (student’s interests and learning profile)

 

Thinglink 'Kies een boek voor een ander'>

Persoonlijke muur in Padlet waarop elke leerling informatie plaatst

Deze toepassing werd ontwikkeld vanuit het project Tablio en verspreid naar leerkrachten lager en secundair onderwijs (via www.mooctablio.be). Op die manier werd het voorbeeld aangepast aan en uitgetest in verschillende onderwijsniveaus, - vormen en vakken. Leerkrachten gaven vaak ook een eigen accent aan het opzet. Hieronder volgen enkele interessante toepassingen.

Maria Helsen testte de toepassing uit in het lager onderwijs. Ze vertrok met haar leerlingen op talentklassen. De leerlingen stopten hun eigen talenten in de Thinglink. Na de talentklassen konden ze de talenten die ze ontdekt hebben aanvullen. In deze toepassing was het de leerkracht zelf die, in samenspraak met de leerlingen, de Thinglink aanvulde. Een tablet volstond om de toepassing te realiseren. (student’s readiness)

Thinglink voor talentklassen

 

Ook Stefanie Dirix probeerde de toepassing uit in het lager onderwijs. Haar leerlingen van het tweede leerjaar kozen iemand in de klas uit waar ze niet zo vaak mee speelden. Ze moesten elkaar leren kennen en hun lievelingsplek op school, hun favoriete boek, hobby’s en noem maar op toevoegen aan hun foto. In de klas van Stefanie waren er meerdere tablets en vulden de leerlingen zelf alle informatie aan. Stefanie getuigt: ‘Ik dacht dat het moeilijk zou zijn in het tweede leerjaar, maar dat was zeker niet het geval. Eén keer uitleggen en ze waren ermee weg.’ Dankzij de toepassing van Stefanie leerden leerlingen elkaar beter kennen, maar zelf kreeg ze als leerkracht ook een beter zicht op (soms verborgen) talenten, interesses en voorkeuren van haar leerlingen. Hierop speelt Stefanie in tijdens haar lessen. (student’s interests and readiness)

Leerlingen leren elkaar kennen

 

Viki Schroyen ontwierp een toepassing voor leerlingen uit het secundair onderwijs. Ze gebruikt de interactieve klasfoto voor het praktijkvak ‘landbouw’ (beroepssecundair onderwijs, richting paardrijden). Viki probeert interesse voor haar vak op te wekken door aan te sluiten bij de interesse van de leerlingen voor hun eigen paard. Ze start met een praktische opdracht die nauw aansluit bij de dagelijkse bezigheden in een paardenbedrijf. De klinische parameters die haar leerlingen in het vak landbouw leren (vb temperatuur, hartslag, ademhaling, …) moeten ze registreren op een foto van hun eigen paard (student’s interests). Alle foto’s worden gegroepeerd en gedeeld via een klasfoto in Thinglink. Viki ervaart het volgende: ‘De leerlingen zijn erg fier op hun prikborden. Ze behouden een tastbaar bewijs van het practicum dat we deden.’

 

Practicum landbouw

 

Alessandro Voets gebruikt de toepassing in de tweede graad van het secundair onderwijs in de studierichting verkoop. De leerlingen krijgen in het vak PAV les over verschillende maatschappelijke thema’s. Alessandro gebruikt de Thinglink om zicht te krijgen op de ervaring die leerlingen hebben met de thema’s. Ze posten regelmatig tekstjes of fotomateriaal in functie van het thema. Een van de behandelde thema’s is bijvoorbeeld verkeer. Om zicht te krijgen op voorkennis en de verkeerssituaties waardoor de verschillende leerlingen zich naar school begeven, visualiseert elke leerling voor de les zijn verkeerssituatie op een persoonlijke muur op Padlet. Zo kan Alessandro tijdens de les verwijzen naar voorbeelden van leerlingen of kunnen leerlingen hun eigen situaties onder de loep nemen (student’s interests). De tekstjes die leerlingen posten geven hem dan weer inzicht in de sterktes en zwaktes van leerlingen op vlak van schriftelijk taalgebruik, eveneens een belangrijk onderdeel van het vak PAV (student’s readiness). Zijn ervaring leert dat het erg prikkelend werkt als de leerkracht meer zicht heeft op hoe besproken thema’s aan bod komen in het leven van leerlingen. Langs de andere kant is het voor zijn leerlingen uit het beroepsonderwijs niet altijd evident om thuis te werken voor school (student’s learning profile).

Thinglink in PAV