Het realiseren van differentiatie en inclusie met tablets
Pedagogische ontwerpprincipes
1 Algemene ontwerpprincipes
1.1. De leraar pakt differentiatie best op een proactieve manier aan.
1.2. Er zijn best vele personen (ouders, zorgteam,..) betrokkenen opdat de differentiatie succesvol is.
1.3. Het is aan te raden dat de leraar de noden van de leerling centraal plaatst en zich bewust is van de vele verschillen in de groep. Dit heeft een grote invloed op het bereiken van inclusie in de klas.
1.4. Differentiatie draait meer om kwaliteit dan om kwantiteit.
1.5. Differentiatie biedt meerdere benaderingswijzen op vlak van de leerinhoud, het leerproces en het eindproduct.
1.6. Differentiatie is geen statisch, maar veeleer een dynamisch proces.
2 Ontwerpprincipes m.b.t. inhoudsdifferentiatie
2.1. Het is aan te raden om een gevarieerde set van multimediale leermaterialen te gebruiken.
2.2. Het is aan te raden om met een set van betekenisvolle en authentieke leermaterialen te werken.
2.3. Leraren kunnen in overweging om de leerlingen zelf nieuwe leermaterialen te laten maken met de tablet. Deze leermaterialen kan de leraar in andere klassen gebruiken.
2.4. Het digitaal vertakken van leerinhoud van eenvoudig en algemeen naar complex en gedetailleerd. De tablet kan hierbij een handig hulpmiddel zijn. Ook leerlingen kunnen dit doen als toepassing of inzichtelijke verwerkingsopdracht.
3 Ontwerpprincipes m.b.t. procesdifferentiatie
3.1. Het is belangrijk dat leraren hoge verwachtingen hebben ten aanzien van de leerlingen en deze ook expliciteren. Leraren mogen een serieuze inspanning verwachten van hun leerlingen. Uiteraard voorziet de leraar hierbij in de nodige ondersteuning en begeleiding.
3.2. Het ontwerpen en aanbieden van gedifferentieerde taken, al dan niet met behulp van de tablet, zou hand-in-hand moeten gaan met een coachende rol van de leraar.
3.3. Peer learning, oftewel het leren met en van medeleerlingen, is een interessante didactische optie bij het realiseren van procesdifferentiatie.
3.4. Er zijn verschillende groeperingstechnieken die de leraar best gevarieerd inzet: volgens interesse, volgens leerprofiel, volgens leerstatus, divergerend, convergerend, homogeen, heterogeen,..
3.5. Ook werkvormen worden best gevarieerd ingezet, gealigneerd met de doelstellingen, de evaluatievorm, de groeperingstechniek,...
3.6. Overweeg ook om variatie te voorzien in de leeromgeving: de klas, de school, de buitenwereld en de virtuele leeromgeving.
3.7. Evaluaties worden best ontworpen en beoordeeld vanuit een groeigedachte.
3.8. Leerlingen zouden gestimuleerd moeten worden om zichzelf en medeleerlingen te beoordelen, al dan niet met gebruik van de tablet.
3.9. Streef ernaar om snel en concrete feedback te geven. De tablet en de digitale tools kunnen hierbij een slimme katalysator zijn.
4 Ontwerpprincipes m.b.t. productdifferentiatie
4.1. Neem alternatieve evaluatiemethoden in overweging om beter te kunnen aanpassen op individuele noden en verschillen.
4.2. Tracht uw leerlingen uit te dagen om hogere orde denkstrategieën te ontwikkelen en toe te passen.
4.3. Het is aan te raden om met evaluatierubrieken te werken met heldere criteria en verschillende beheersingsniveaus.
4.4. De leraar zou variatie en openheid moeten inbouwen in de verwachte leeruitkomsten en eindproducten. Zo kunnen leerlingen zichzelf beter uitdrukken en zich uitdrukken in de vorm die het past bij hun leerlingenkenmerken past. De tablet kan hierbij een grote hulp zijn.
4.5. Summatieve evaluatie is aan te raden om te beslissen over het bereiken van de leeruitkomsten.
4.6. Formatieve assessment is aan te raden om leervoortgang te monitoren en feedback te geven aan de leerlingen. De tablet kan hierbij een belangrijk hulpmiddel zijn.
4.7. De aangeboden logistiek en materialen (vb. tablets, wifi-verbinding) moeten leerlingen in staat stellen om hun producten efficiënt te kunnen maken.
5 Ontwerpprincipes met betrekking tot differentiatie naar leerlingenkenmerken
5.1. Probeer hoge verwachtingen te formuleren voor alle leerlingen, heb vertrouwen in de capaciteiten van iedere leerling.
5.2. Streef ernaar om leerlingen uit te dagen door verschillende niveaus of moeilijkheidsgraden in de leermaterialen te voorzien.
5.3. Overweeg om studenten te betrekken in de procesdifferentiatie, bijvoorbeeld het zelf laten kiezen van een groep.
5.4. Het systematisch gebruik van consistente en betekenisvolle evaluatie (formatief en summatief) zal leiden tot een goed overzicht van het leerprofiel, de interesse, de leerstatus en de metacognitieve kennis en vaardigheden van de leerlingen.
5.5. Om maximale inclusie te realiseren, ben je je als leraar best bewust van de mogelijke tussen leerlingen: op vlak van speciale leernoden, geslacht, cultuur, thuistaal, sterktes en zwaktes, zelfvertrouwen, zelfbewustzijn en geloven in zichzelf.
5.6. Het is niet aan te raden om het concept ‘leerstijlen’ als basis te gebruiken voor het vormgeven van differentiatie. Met leerstijlen zal de leraar er niet in slagen om leerlingen uit te dagen om verschillende leerstrategieën te gebruiken en het zal niet leiden tot betere leeruitkomsten.
5.7. Maak gebruik van ICT-mogelijkheden, in het bijzonder de tablet, om de voortgang van leerlingen te monitoren en om hun leerresultaten te evalueren.