Overslaan en naar de inhoud gaan

Een digitaal leesportfolio: zelf illustreren hoe je lee(r)(s)t en groeit!

Inleiding

Laten we starten met enkele open deuren in te trappen: de maatschappij verandert. In een digitaal tijdperk moeten we kinderen ‘21st century skills’ aanleren. Competenties zoals zelfregulering, samenwerken en mediawijsheid vinden best al van meet af aan hun plaats in het curriculum. Verder vraagt het onderwijs om steeds meer te differentiëren en anders te evalueren. Open deuren, erg zinvol, maar voorlopig niets nieuws. Deze open deuren blijken toch niet altijd zo open als gedacht wanneer we doorstoten naar de concrete uitwerking ervan. Hoe pak je dit aan bij kinderen uit het lager onderwijs? Hoe krijg je dit als leerkracht (coach, weet je wel?) gemanaged? Hoe zorg je ervoor dat deze ‘nieuwe’ onderwijskundige ideeën functioneel in je curriculum vervlochten zijn om het leerproces van de leerlingen te verrijken en niet te blijven steken in enkele mooie maar geïsoleerde lessen? In dit artikel zoomen we in op het werken met een digitaal leesportfolio. In dit portfolio verzamelen leerlingen van het eerste tot het zesde leerjaar materiaal omtrent hun leesvaardigheid. Ze tonen zelf aan welke stappen in het leerproces ze hebben gezet. Ze worden uitgedaagd om hun eigen werk en werk van medeleerlingen kritisch maar constructief te beoordelen en van daaruit verder te groeien. 
Het eerste onderdeel van het artikel geeft duiding bij het project Tablio van waaruit de omschreven toepassing ontstaan is. Het tweede onderdeel belicht het werken met een digitaal portfolio. Vervolgens gaan we dieper in op lezen en hoe we lezen plaatsen in het digitaal portfolio. Daarna volgt een extra focus op zelfevaluatie en zelfregulering via het leesportfolio. Tot slot leest u een aantal bevindingen vanuit de praktijk. In elk onderdeel zal regelmatig de link gelegd worden met 21st century skills en met de ontwikkelvelden uit het leerplan ZILL . De transfer naar andere leerplannen is gemakkelijk te maken.

Tablio

Het digitale leesportfolio werd en wordt ontwikkeld in het kader van het onderzoeksproject Tablio aan de Hogeschool PXL (Hasselt). Tablio is een praktijkonderzoek dat het constructief gebruik van tablets in het onderwijs bestudeert. Het onderzoek startte in 2012. Na het ontwikkelen, uittesten en verfijnen van een aantal concrete tablettoepassingen werd al snel duidelijk dat de tablet veel potentieel bezat om in te spelen op verschillen tussen leerlingen inzake leren. De focus van het project verschoof dan ook naar gepersonaliseerd leren en differentiatie. Tablio ontwikkelde een didactisch kader, analyseerde bestaande good practices en ging dieper in op bepaalde hiaten. De opgedane expertise en good practices werden verspreid via een MOOC.  In 2017 startte Tablio met een internationale samenwerking in het kader van een Erasmus+ project.  Binnen deze samenwerking werden er in zes Europese landen twee teacher design teams opgesteld. In zo’n teacher design team werken onderzoekers, leerkrachten en studenten lerarenopleiding samen aan een concrete vraag van een school. De vraag naar het ontwikkelen van een goed werkend digitaal portfolio waarin leerlingen hun eigen leergroei kunnen visualiseren, werd gesteld door één van de teacher design teams van de PXL.

gp26
Figuur: logo Tablio

Het teacher design team dat werkt aan het digitale leesportfolio bestaat uit Hanne Rosius (vakdidacticus PAV en onderzoeker aan de PXL in Hasselt), Ann Jacobs (leerkracht, beleidsmedewerker en ICT – coördinator lager onderwijs Klimop in Gent), Nele Tillemans (leerkracht zesde leerjaar lager onderwijs De Mozaïek in Brugge) en Tommy Gysenbergs (leerkracht eerste leerjaar lager onderwijs Catharinaschool in Hasselt). De studenten van de lerarenopleiding aan de PXL worden systematisch betrokken bij het ontwikkelproces. De leerkrachten in het teacher design team werken regelmatig met tablets en gebruiken de tool Seesaw voor het aanleggen van een digitaal portfolio. De onderzoeksvraag van het teacher design team laat zich als volgt samenvatten: ‘Kunnen we via Seesaw leerlingen op regelmatige basis laten oefenen met lezen om zo persoonlijke leergroei zichtbaar te maken?’. Het team beoogt volgende doelstellingen met het ontwerp: 

  • motivatie van leerlingen om te lezen en betrokkenheid van ouders bij het lezen stimuleren voor alle leerlingen;
  • persoonlijke leergroei inzake lezen zichtbaar maken voor de leerling, ouders én leerkrachten;
  • op basis van de vastgestelde leergroei feedback, remediëring of uitdaging op maat bieden;
  • leerlingen stimuleren om zelf te willen werken aan hun leergroei en dit te illustreren via het portfolio.
  • Seesaw: een ‘mediavaardig’ digitaal portfoliosysteem

Wanneer we verwachten dat leerlingen later hun leren in eigen handen gaan nemen, starten we best tijdig met dit aan te leren. Een portfolio kan ertoe bijdragen dat leerlingen meer verantwoordelijkheid opnemen voor hun eigen leren. In een portfolio verzamelen ze betekenisvolle taken en producten die illustreren dat ze leren. Zo wordt hun leerproces zichtbaar. Ze kunnen terugkijken naar eerder werk, zich bewust worden van hun leergroei en nieuwe doelen stellen. (Castelijns & Kenter, 2009) 
Digitale tools kunnen een handig hulpmiddel zijn om een portfolio vorm te geven en te organiseren. Het teacher design team koos ervoor om te werken met Seesaw. Dit is een device onafhankelijk portfoliosysteem voor (jonge) leerlingen. Je kan het  gebruiken vanop eender welk type tablet, smartphone of computer. Werken met de gratis versie van Seesaw levert tal van mogelijkheden op vlak van het verzamelen van eigen werk en het geven van feedback. De betalende versie schept nog meer mogelijkheden op vlak van assessment en uitwisseling binnen de school. 

gp26
Figuur: logo seesaw

In Seesaw worden digitale of gefotografeerde analoge werken verzameld per leerling. Dit kan gaan om een foto, video, audioboodschap, bestand, notitie, hyperlink of een combinatie daarvan. Al deze producten kunnen gemaakt worden vanuit de tool zelf. Je hebt dus eigenlijk geen andere apps of tools nodig om alles te maken. Met duidelijke icoontjes vinden leerlingen snel wat ze moeten doen. Dat neemt niet weg dat leerlingen producten die vanuit andere tools gemaakt of geregistreerd (gefotografeerd of gefilmd) worden ook in Seesaw kunnen plaatsen.

gp26
Figuur: icoontjes in Seesaw

Op die manier draagt het gebruik van Seesaw bij tot het stimuleren van mediakundige ontwikkeling. Zowel mediawijsheid (MEmw1 Media enthousiast en positief aanwenden - Bereid zijn om eigen mediatalent te tonen en in te zetten bij het eigen leren en spelen en dat van anderen.), mediavaardigheid (Meva2 Digitale audiovisuele vaardigheden ontwikkelen - Experimenteren met audiovisuele mediamiddelen en hun mogelijkheden bij het afspelen en opnemen van mediacontent  - Eenvoudige audiovisuele mediamiddelen hanteren om op te nemen, te bewerken, te monteren en af te spelen.) als mediageletterdheid (Mege5 De functie en de waarde van media in de eigen leefwereld ervaren en illustreren - Ervaren welke rol media in de eigen leefwereld en in het dagelijks gebruik spelen.) uit het leerplan ZILL komen aan bod.

gp26
Figuur: Leerlingen maken zelf woordjes en lezen ze voor (combinatie foto en audio-opname)


Leerlingen kunnen zelfstandig hun werk plaatsen in hun eigen portfolio. Ze kunnen zelf het initiatief nemen om iets te uploaden, maar je kan als leerkracht ook tal van activiteiten klaarzetten. Deze activiteiten staan niet standaard in de Seesaw. Je maakt ze zelf op maat van je klas en individuele leerlingen. Op deze activiteiten kunnen leerlingen reageren met notities, tekeningen, foto’s, video, audio, links, bestanden of een combinatie ervan. Op vlak van technisch lezen kan je bijvoorbeeld een tekst klaarzetten die leerlingen luidop moeten voorlezen. Om begrijpend lezen te stimuleren kan je een tekst uploaden waarin leerlingen kernwoorden aanduiden. In het kader van belevend lezen kunnen leerlingen reclame maken voor hun favoriete boek door een collage te maken. Daarbij kunnen ze een fragment uit het boek expressief voorlezen.
gp26
Figuur: activiteit in Seesaw (combinatie foto, annotatie en tekst)


Activiteiten in Seesaw bestaan uit een gestructureerd stappenplan waarin de tekst wordt ondersteund met duidelijke icoontjes. Een audio-instructie kan het stappenplan kracht bij zetten of de tekst vervangen voor beginnende lezertjes. Er kan een voorbeeld van de leerkracht toegevoegd worden of een sjabloon dat de leerlingen aanvullen.
gp26
Figuur: instructies bij een activiteit in Seesaw

Nadat leerlingen een product geüpload hebben kan er op gereageerd worden via een like – knop of het geven van een geschreven of ingesproken boodschap.

gp26
Figuur: product met bijhorende likes en reactie. 

Als leerkracht maak je een virtuele klas aan in Seesaw. Je voegt alle leerlingen toe. Door op de naam van één van de leerlingen te klikken, kan je al het verzamelde werk bekijken. Je kan ouders uitnodigen om het werk van hun eigen kind mee op te volgen. Verder blijft het portfolio privé. Seesaw genereert een toegangscode waarmee leerlingen tijdens de les kunnen inloggen, maar die vervalt na een uur. Eens ingelogd kunnen leerlingen wel blijven werken. Dit lijkt op het eerste gezicht onhandig, maar het systeem waarborgt de e-privacy van leerlingen. Leerlingen moeten leren dat een portfolio een leerinstrument is en dat de daarin geplaatste producten van andere kinderen niet van thuis uit bekeken en becommentarieerd moeten worden. De beslotenheid van het systeem maakt het mogelijk dat leerlingen in een veilige omgeving kunnen oefenen met nettiquette. Is bijvoorbeeld een reactie op het werk van een medeleerling ongepast of post iemand een product in naam van iemand anders, dan kan dat binnen de klasmuren besproken worden. De leerling kan zijn reactie verwijderen of herformuleren zonder dat de buitenwereld meekijkt. Zo leren ze langzaam aan hoe je je wel en niet hoort te gedragen op het internet. Op basis van eigen ervaringen kunnen ze zo een lijst maken met regels op vlak van netiquette. Dit is immers een belangrijke sociale vaardigheid wanneer leerlingen online werken en leven. (MEmw3 Media doordacht en zorgzaam aanwenden - Ervaren en inzien dat er ook in de communicatie via media normen gelden en afspraken nodig zijn).

Lezen in het digitale portfolio

Leren lezen is zo fundamenteel in onze maatschappij dat je het bijna als een mensenrecht kan beschouwen. Kunnen lezen speelt een rol in zo goed als alle andere vakken en vormt een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen participeren aan het maatschappelijke leven. Daarom maakte het teacher design team de keuze om te starten met het aanleggen van een leesportfolio. 
De eindtermen en leerplannen van het leesonderwijs in het lager onderwijs bevatten vier vormen van lezen. Het teacher design team besloot om een reeks activiteiten in Seesaw te ontwerpen die alle vormen van lezen op een gevarieerde, multimediale manier aan bod laten komen.

  • Technisch lezen: het hardop voorlezen van geschreven taal. In onze taal betekent dat het omzetten van een alfabetisch schriftsysteem naar de gesproken taal. In Seesaw kunnen leerlingen bijvoorbeeld een foto maken van een stukje tekst en met de audiofunctie luidop voorlezen. 

gp26
Figuur: activiteit technisch lezen

 

  • Begrijpend lezen: het geven van betekenis aan een gelezen tekst. Dit staat uiteraard niet los van het technisch lezen. In onderstaand voorbeeld maken de leerlingen een visuele samenvatting van hun tekst via een collagetechniek. 

gp26
Figuur: activiteit begrijpend lezen

 

  • Belevend lezen: het plezier dat een lezer beleeft bij het lezen van een tekst. Dit wordt ook wel leesplezier of – bevordering genoemd. Om een positieve attitude voor lezen te bevorderen, maken leerlingen bijvoorbeeld een foto van een plaats waar ze graag lezen. Ze tonen daar een boek dat ze leuk vinden en vertellen er iets over. Zo kunnen ze achteraf grasduinen in de boekenkeuze van medeleerlingen. 

gp26
Figuur: activiteit belevend lezen

 

  • Expressief lezen: het goed ‘voordragen’ van een tekst. Daarvoor moet een leerling tegelijk kunnen decoderen en begrijpen wat er in een tekst staat. Zo maken leerlingen bijvoorbeeld een filmpje waarin ze samen verschillende stemmetjes uit een stripverhaal inspreken. 

gp26
Figuur: activiteit expressief lezen


Leerprestaties zichtbaar maken

Alle activiteiten worden geordend per leeftijd en dekken de leerlijn inzake lezen uit het ZILL van 6 jaar tot 12 jaar. Elke activiteit wordt in het pakket geïllustreerd met een voorbeeld of sjabloon én een upload van een leerling. 

Alle activiteiten in de map worden als volgt uitgewerkt:

Instructie

gp26

Soort opdracht
Raster aanvullen met tekst

Voorbeeld
gp26


Leerplandoelstellingen
Via modeling kennismaken met leesstrategieën: verbinden met voorkennis over het onderwerp, terugblikken en herlezen, begrip controleren, … (2,5 – 12j)
Steeds complexere talige en niet-talige boodschappen, afgestemd op interesse, leefwereld en leesniveau, verwerken (6 – 9j)
Inzetten van leesstrategieën op initiatief van en met hulp van de leerkracht: 
een schema maken op basis van de boodschap, begrip controleren, samenvatten (6 – 9j)
Allerlei complexere talige en niet-talige boodschappen, afgestemd op interesse en ruimere leefwereld, verwerken (9 – 12j)
Informatie ordenen, verbinden of samenvatten (uit verhalen en informatieve teksten uit kinderliteratuur, schoolboeken en andere media)

Toelichting
Via het raster duiden leerlingen de titel van de tekst aan, ze vatten de tekst in één zin samen, ze waarderen de informatie en ze verwoorden wat ze nog niet weten na het lezen van de tekst. Dit zijn vier verschillende leesstrategieën die voor, tijdens en na het lezen worden ingezet. De vragen kunnen uiteraard veranderd worden om andere strategieën centraal te stellen. Omdat (begrijpend) lezen ook in andere vakken belangrijk is, worden er ook activiteiten opgenomen waarin deze vaardigheid geïntegreerd wordt aangepakt, bijvoorbeeld door begrijpend lezen te koppelen aan een programmeeroefening in Minecraft. 

 

 

 

Groeien via het digitale portfolio

Een portfolio is een ideaal instrument om leerlingen hun eigen leren onder de loep te laten nemen. Kritisch staan ten opzichte van je eigen werk en vervolgens werkpunten en sterke punten kunnen formuleren voor jezelf en medeleerlingen zijn belangrijke 21st century skills. Na het uitproberen van de activiteiten in Seesaw Koppeling ZILL merkte het teacher design team dat het portfolio het leren van leerlingen zichtbaar maakt, maar dat de leerlingen nog extra begeleiding nodig hadden voor de modules zelfevaluatie en –reflectie. Het vergt tijd om dit aan te leren en er is nood aan methodieken om de evalatie te ondersteunen. Daarom werd er besloten om verder onderzoek te doen naar hoe dit proces via Seesaw beter gestimuleerd en ondersteund kan worden.

Seesaw voorziet technisch verschillende mogelijkheden om zichzelf en medeleerlingen te evalueren. Ten eerste kan je via het hartje producten ‘liken’. Het liken op zich is een waardering, maar levert natuurlijk geen constructieve feedback waar de leerling iets mee kan. Het wordt best aangevuld met één van de andere mogelijkheden. Jonge leerlingen kunnen via het hartje wel eenvoudig aangeven wanneer ze vinden dat een opdracht goed is uitgevoerd. Dit is een laagdrempelige manier om vanaf het eerste leerjaar leerlingen te laten kijken en luisteren naar hun eigen werk of werk van anderen. Daarnaast kunnen leerlingen via de ‘comment – functie’ een beoordeling of constructieve feedback intypen. Het is ook mogelijk om dit als audioboodschap in te spreken. Voordeel is dat de beoordeling of feedback zo meteen onder het product staat. Ten slotte kunnen leerlingen zelf een item toevoegen aan hun portfolio. Zo kunnen ze via een foto, filmpje of notitie hun beoordeling of feedback posten. Het voordeel is dat je op die manier erg visueel kan werken. Nadeel is dat het item gewoon tussen de andere opdrachten staat en niet onder het product waarop de feedback van toepassing is. Voor een tussentijdse evaluatie over een langere periode met meerdere opdrachten is dat natuurlijk geen probleem.

Opdat leerlingen in Seesaw een zinvolle zelfevaluatie kunnen ingeven, hebben ze nood aan duidelijke criteria of (tussen)doelen. Zo leren ze inschatten in welke mate ze sterk of minder sterk gepresteerd hebben. Daarnaast moet er voldoende woordenschat aangereikt worden om tips en werkpunten te kunnen formuleren. Het teacher design team ontwikkelde een aantal methodieken die hierop inspelen. De tools worden geordend van eenvoudig naar complex. Bij de eerste tools wordt de nadruk gelegd op zelfbeoordeling. Later komt zelfreflectie erbij.

Deze aanpak wordt geïllustreerd met een aantal voorbeelden. Een eerste voorbeeld werkt met ‘medailles’. Jonge leerlingen maken een foto van zichzelf met een medaille als ze hebben bewezen dat ze een bepaalde vaardigheid onder de knie hebben. De medailles vormen eigenlijk de evaluatiecriteria, maar dan toegankelijk geformuleerd voor jonge kinderen. Belangrijk is dat er medailles te verdienen zijn op vlak van leesvaardigheid, maar zeker ook op vlak van attitude. Een leerling die minder vlot vordert kan bijvoorbeeld een medaille verdienen voor doorzetten en volhouden als hij in het portfolio aantoont dat hij geregeld oefent.

gp26
Figuur: zelfevaluatie met de methodiek ‘’medailles’

In een volgend voorbeeld wordt er gewerkt met evaluatiematrixen op maat van kinderen. In een evaluatiematrix krijgen leerlingen een overzicht van de criteria waarop ze zichzelf en anderen kunnen evalueren. Deze criteria kunnen ze scoren. Een evaluatiematrix kan als ‘template’ in Seesaw toegevoegd worden. Leerlingen kunnen het daar invullen. Eventueel kunnen ze ook extra uitleg bij hun scores inspreken.

gp26
Figuur: zelfevaluatie met matrix


Het laatste voorbeeld is de methodiek ‘spreekballonnen’. Het verwoorden van constructieve feedback is voor kinderen niet gemakkelijk. Vaak voelen leerlingen wel aan dat er iets goed of minder goed verloopt, maar vinden ze niet de juiste woorden om het door te geven aan een medeleerling of om het duidelijk te formuleren voor zichzelf. Een verzameling van spreekballonnen waarop feedback geformuleerd staat kan hen ondersteunen. Leg een verzameling van spreekballonnen op tafel of hang ze op de muur. Laat de leerlingen een foto maken met één spreekballon die een werkpunt (geel) benoemt en één spreekballon die een sterk punt (blauw) benadrukt. Leerlingen kunnen dit ook voor elkaar doen.

gp26
Figuur: peerevaluatie via spreekballonnen


Door deze extra focus op zelfevaluatie verhoogt het teacher design team het eigenaarschap van leerlingen voor hun eigen leren. Leerlingen leren media aan te wenden om zichzelf en anderen op een constructieve manier te beoordelen met oog op leergroei. In het ZILL vallen dit soort competenties binnen het ontwikkelveld ‘innerlijk kompas’. Zowel identiteit (Ikid2 Een positief, realistisch zelfbeeld opbouwen. Inzien en aanvaarden dat mensen verschillen in hun talenten, hun mogelijkheden en beperkingen - ontdekken hoe mensen op verschillende manieren omgaan met grenzen en beperkingen - de eigen grenzen leren kennen en daar respectvol en mild mee omgaan. Zich bewust worden van de eigen mogelijkheden en talenten en die verder verkennen en ontwikkelen - genieten van de eigen groei en ontwikkeling - ervaren hoe men door anderen (en mogelijks de Ander) gedragen wordt. Zich een genuanceerd beeld vormen van de eigen persoonlijke sterkte, mogelijkheden en kenmerken. Beseffen hoe mensen verschillen in hun talenten, hun mogelijkheden en beperkingen - beseffen waarin men verschilt van en gelijkt op anderen. Reflecteren op eigen mogelijkheden en beperkingen en daaruit leren over zichzelf - over eigen mogelijkheden en beperkingen communiceren) als veerkracht (Ikvk2 Hoopvol geloven in en vertrouwen op de eigen leef-, leer- en ontwikkelkracht. Zich bewust worden van de eigen kwetsbaarheid en daarmee kunnen omgaan - ontdekken dat eigenschappen en mogelijkheden niet vastliggen en hoe die ontwikkeld kunnen worden - binnen de beperkingen ook de mogelijkheden zien. Ervaren hoe mensen elkaar kunnen steunen en motiveren om zich te ontwikkelen - steun en aanmoediging van anderen toelaten - ervaren hoe men zelf steun kan bieden aan anderen en anderen kan motiveren - ontdekken hoe belangrijk het is voor alle mensen om innerlijk vrij te kunnen zijn.) worden gestimuleerd.

Enkele bevindingen

Het teacher design team werkt sinds september 2017 aan het design van het digitale leesportfolio. De activiteiten in de activiteitencollectie werden al uitgebreid getest en worden gedurende de rest van het schooljaar verfijnd en aangevuld. Het systeem van zelfevaluatie werd ontwikkeld en zal gedurende de volgende maanden verder uitgetest worden. Het team ervaart Seesaw en de activiteiten als een handige manier om te differentiëren. Zo kan er bijvoorbeeld gemakkelijk bepaald worden wie welke tekst moet lezen zonder telkens te moeten gaan kopiëren. Door vaak te werken met de opnamefunctie kunnen ouders, leerkrachten en eventuele andere zorgverstrekkers (GON – begeleiding, logopedist, …) steeds meeluisteren en meteen feedback geven. Die feedback is erg waardevol omdat leerlingen zichzelf kunnen herbeluisteren. De ouders reageren enthousiast: zij kunnen de ontwikkelingen van hun kind gemakkelijk opvolgen via de Seesaw - app. Bovendien kunnen ze samen met hun kind thuis opnames maken en tonen aan de leerkracht. Tommy Gysenbergs geeft aan: ‘Ik gebruik Seesaw volop om de ouders te laten meekijken welke letters de kinderen kennen en hoe vlot ze al teksten lezen. Het grootste pluspunt aan het leesportfolio vind ik het gesprek dat plaatsvindt met de ouders. Als ik bijvoorbeeld zeg dat het op dit moment best wat vlotter zou mogen, geven ouders mij aan dat ze extra gaan oefenen of ze geven redenen hoe het komt dat het lezen nog niet zo vlot gaat. Nu heb ik heel waardevolle gesprekken die ik zonder het leesportfolio niet zou kunnen hebben omdat ik ouders niet zou kunnen laten zien hoe het lezen in de klas verloopt.’ Uit ervaring blijkt dat ook ouders voor wie de drempel groot is om naar school te komen gemakkelijk hun weg naar Seesaw vinden en geregeld werk van hun kind liken. Uiteraard moeten we er wel over blijven waken dat hier en daar ouders niet over de nodige devices beschikken om Seesaw te raadplegen. 
Het mooie aan de opdrachten in Seesaw is dat een leerling voortdurend wordt vergeleken met zichzelf. De nadruk kan verschuiven naar leergroei: heb ik mezelf verbeterd? Leerlingen op een visuele en actieve manier leren kijken naar zichzelf, dat wordt ervaren als een grote troef van de aanpak. 
Het team ervaart wel het belang van goede randvoorwaarden. Er moeten voldoende devices en een goed netwerk aanwezig zijn om vlot te kunnen werken. Idealiter is er minstens één tablet aanwezig per zes kinderen om voldoende vlot materiaal te kunnen uploaden. Verder blijkt het belangrijk om na te denken over welke leerling welke activiteit uitvoert. Enige selectie is aangewezen om de te bekijken producten beheersbaar te houden.

De toekomst

Het teacher design team blijft gedurende het schooljaar 2017 – 2018 verder werken aan het ontwikkelen, uittesten en verfijnen van de activiteiten en de methodes om zelfevaluatie te stimuleren. Op die manier kan er volgend schooljaar een praktisch bruikbaar en verrijkend totaalconcept verspreid worden via een bootcamp voor leerkrachten. Dit zal georganiseerd worden door het onderzoekscentrum van Hogeschool PXL. Om dit project verder op te volgen kan u terecht op de Facebookpagina van Tablio of op Twitter via #Tablio of @RosiusHanne.

Referenties

H. Rosius, K. V. (2017, januari). MOOC Tablio. Opgehaald van MOOC Tablio: www.mooctablio.be 
Remco, P. (2018, januari 15). kennisnet alles wat je moet weten over 21e eeuwse vaardigheden. Opgehaald van kennisnet: https://www.kennisnet.nl/artikel/alles-wat-je-moet-weten-over-21e-eeuwse-vaardigheden/ 
Seesaw. (2017, oktober). Opgehaald van Seesaw: https://web.seesaw.me/ 
Vlaanderen, K. O. (2017, december). ZILL leerinhoud. Opgehaald van ZILL: https://zill.katholiekonderwijs.vlaanderen/#!/leerinhoud/TO/sn 

Bio
Hanne Rosius is vaklector en vakdidacticus PAV aan PXL Education. Daarnaast werkt ze als onderzoeker voor het project Tablio E+.

gp26

gp26